Bij ons vorige gesprek bij de systeem therapeut werd het mijn pijnlijk duidelijk. Ik ben BOOS, heel boos en misschien zelfs wel woest. Al een poosje voel in onbewust die woede in mij.
Tijdens het gesprek vertelde ik dat ik mij zo ontzettend klem gezet voel. De psycholoog vroeg hierop door. Door wie of door wat, is het mijn zoon? Nee, want die kan er ook niets aan doen dat hij epilepsie heeft. Het is de situatie. En zo werd steeds duidelijker, ik ben onwijs boos op de epilepsie.
Waarom dan zo bood op de epilepsie?
Nu ik mij bewust ben van deze boosheid voel ik de woede ook echt in mijn lichaam zitten. Waarom ben ik dan zo boos op de epilepsie? Om zoveel redenen.
- De grilligheid waarmee het komt. Het doet wat ie wil
- Altijd aan staan (altijd alert of hij een aanval heeft of krijgt)
- De onvoorspelbaarheid (beetje net als de grilligheid), altijd die angst voor een aanval.
- Nooit spontaan erop uit kunnen. Altijd iets voor mijn zoon moeten regelen.
Nooit spontaan weg kunnen gaan
Altijd maar rekening moeten houden met de epilepsie. Als iemand mij vraagt ga je mee of kom je dan ook? Kan ik nooit spontaan ja zeggen, altijd ik moet kijken of er iemand bij mijn zoon kan blijven.
Toch een bepaalde angst voelen
Nu laat ik mij niet tegen houden door de epilepsie om dingen met mijn zoon te gaan doen. Maar ik merk wel dat ik heel vaak denk … Als hij nu maar geen aanval krijgt.
De grilligheid van de epilepsie ik haat het …
De grilligheid waarmee de epilepsie komt en gaat. Hij komt wanneer de epilepsie dat wil. Er komt geen voorteken of wat, gewoon ineens van het ene op het andere moment is het daar.
Het lijden van mijn kind
Het zien lijden van mijn kind. Ieder aanval doet weer iets met hem. De angst tijdens een aanval. Het blauw worden. Maar ook de pijn die hij na die tijd heeft.
Ook de emotionele pijn van de andere kinderen vind ik erg vervelend en heftig.
Ook ben ik super boos op de epilepsie omdat mijn zoon niets meer alleen mag en kan en zo dus geen normale ontwikkeling kan doorlopen. Altijd heeft hij iemand bij zich of om zich heen.
Onmacht
De onmacht en de onzekerheid die de epilepsie met zich meebrengt. Zo frustrerend.
Het is fijn om te weten dat ik boos ben op de epilepsie
Ik merkte aan mijn lichaam al dat ik ergens boos over was, maar ik had geen idee waarom of waarop. Ik merkte dit omdat ik dan met mijn kaken ga klemmen. Ik verbijt mijzelf dan letterlijk. En ik kon maar niet achterhalen wat dit was. Tot we bij Sein bij de psycholoog zaten en hij dit zo benoemde.
Dagen heb ik erover nagedacht en in die dagen voelde ik de boosheid in mij groeien. Ik was inderdaad boos onwijs boos op die epilepsie, die onze levens zo beheerst. En door het te beseffen kon ik het een plekje geven. En toen ik erover ging praten merkte ik dat mijn kaken zich weer volledig ontspanden.
Ben ik dan niet meer boos op de epilepsie. Ja dat ben ik zeker nog wel. Maar ik weet nu dat het er is en kan er over praten of het op een andere manier verwerken. Het eruit boksen bijvoorbeeld.